Anderhalvemetereconomie biedt ook kansen
Half maart ging Nederland door de coronacrisis grotendeels op slot. Horeca, bioscopen en theaters gingen dicht; scholen werden gesloten en veel winkeliers sloten de deuren wegens gebrek aan klandizie. Mensen werkten vooral vanaf huis, vergaderingen en contacten gingen via zoom en contact met geliefden via telefoon en facetime. De regering kondigde ongekende steunpakketten af. Ruim 120.000 bedrijven vroegen in de eerste ronde steun aan en het salaris van zo’n 2 miljoen Nederlanders wordt door de overheid betaalt. Ruim 1 miljoen zzp’ers staat het water inmiddels aan de lippen. Nu de situatie na 10 weken aanzienlijk is verbeterd wordt het duidelijk dat de economie met rasse schreden weer op gang moet worden gebracht. Hoewel we in deze maanden een omzetgroei zagen bij supermarkten, doe-het-zelf zaken en tuincentra, verloor het MKB inmiddels miljarden. Duidelijk is dat de nieuwe werkelijkheid vraagt om nieuwe regels, maar ook om een nieuw elan. We kunnen niet meer terug. Om te voorkomen dat in de komende 6 maanden de helft van de MKB’ers en andere bedrijven het niet gaan redden zullen politiek, overheid, banken, werkgevers en ondernemers plannen moeten ontwikkelen om de patiënt Nederland van het infuus af te krijgen. Dat vraagt om een omslag in denken van alle partijen. Keywoorden hierbij zijn creativiteit, innovatie, vernieuwende concepten, flexibiliteit en vooral snelheid van handelen. Ruimte voor nieuwe regels en versoepeling van bestaande, is dan ook een urgente noodzaak.
Een goed voorbeeld van innovatie zijn bijvoorbeeld toprestaurants die sinds medio maart naar hun gasten toegaan onder het motto ‘’innoveren om te overleven.” Ron Blaauw opende pop-up stores voor afhaalboxen en zet eenvoudige recepten op instagram, Joris Bijdendijk van RIJKS biedt tasjes aan voor een 7-gangen menu thuis en Margot Reuten van Da Vinci verkoopt smaakboxen via haar website. Zo wordt een nieuwe doelgroep aangeboord zodat gasten de weg naar hun restaurant na 1 juni weer kunnen vinden. Adverteren in een huis-aan-huis blad zet momenteel meer zoden aan de dijk dan in een toeristengids.
Ook van de lokale overheden worden soepele maatregelen gevraagd. Bijvoorbeeld het uitbreiden van de terrassen om aan de anderhalvemeterregel tegemoet te komen, sneller vergunningen verlenen, verlaging of (tijdelijke) afschaffing parkeergelden, kwijtschelding precario-rechten, verruiming van openingstijden (24-uurs economie) waarbij een ondernemer zelf kan beslissen wanneer hij open is. Immers, er is nog steeds maar een maximum aantal klanten per vierkante meter mogelijk dus zijn er meer en soms andere uren nodig om omzet te behalen.
Om de omzet te stimuleren hebben veel retailers hun interieur en aanbod aangepast, meer toegesneden op de wensen van de consument. Duidelijke looproutes, populaire producten op makkelijk bereikbare plekken en contactloos betalen waardoor men sneller de winkel weer uit kan. Jonge ondernemers zien ook hun kansen en melden zich in toenemende mate aan om pop-up store te beginnen. Verhuurders komen hen graag tegemoet met een aantrekkelijke deal.
Eric Wiebes, Minister van Economische Zaken en Klimaat memoreerde in een vraaggesprek dat Nederland een ondernemend land is. “We vinden altijd nieuwe wegen om geld te verdienen. We moeten ons uit de crisis investeren.” Een prima oproep waar ik me graag bij aansluit.